1
Je zit op de bus. Een paar stoelen verder zit een blinde man. Twee personen gaan bij hem staan. Ze maken gebaren en lachen hem uit.
Ik laat de man niet alleen en zet me in zijn buurt. Zo kan ik de situatie opvolgen.
Ik doe alsof ik de man ken. "Hey, lang geleden! Waar ga je naartoe?”
Ik zeg tegen de personen dat ze hem met rust moeten laten.
Ik kijk naar de andere reizigers. Iemand zal de man toch helpen?
Ik vraag de buschauffeur om hulp.
Oké